Heftig en best wel schokkend, èn mooi en waardevol. Woorden die ondernemer Najat Toub-Arssi en medewerker Nederlandse Arbeidsinspectie Mohamed Abdulahi gebruiken om de reflectiesessies te beschrijven waaraan zij deelnamen. Ook voorzitter Assamaual Saidi van de Moslimstudenten Associatie Nederland (MSA NL) was hierbij. SZW organiseerde meerdere van deze sessies om te reflecteren op wat er is gebeurd in het verleden en vooruit te kijken naar de toekomst. Met als doel: het bouwen aan vertrouwen tussen overheid en moslimgemeenschappen.

De zwarte lijsten van de Belastingdienst en de NTA-onderzoeken naar radicalisering hebben grote invloed gehad op het vertrouwen tussen overheid en burgers. Dit geldt ook voor de moslimgemeenschappen. Bij Najat brengen de gebeurtenissen vooral veel verdriet en onbegrip. ‘Ik ben hier geboren en getogen, maar ik voel me ontheemd. Hoe kan het dat ik er in Nederland niet bij hoor? In Marokko ben ik ook niet thuis; ik val tussen wal en schip.’

Najat Toub-Arssi

‘Ik ben hier geboren en getogen, maar je voelt je ontheemd. Hoe kan het dat ik er niet bij hoor?’

Politieke klimaat

De eerdergenoemde gebeurtenissen hebben zeker impact gehad op het vertrouwen in de overheid. Maar ‘de schade is al veel eerder geschied’, stelt Mohamed. ‘Ik schrok ervan, maar deze gebeurtenissen passen in het rijtje van een overheid die niet ‘met visie regeert’. De gebeurtenissen maken duidelijk dat we nog een lange weg te gaan hebben, vindt Assamaual.

‘De omgang met de islamitische gemeenschap laat zien dat onze rechtsstaat geen gegeven is, maar actieve bescherming vereist. Daarbij gaat het niet om op zichzelf staande incidenten. Maar zijn de gebeurtenissen symptomatisch voor de institutionele vooringenomenheid ten opzichte van moslims in de afgelopen twintig jaar. Als bijvoorbeeld de Belastingdienst moslims die geld doneren aan een moskee als frauderisico ziet, zullen moslims terughoudender zijn in het doneren aan moskeeën en islamitische organisaties, waardoor die in financieel noodweer kunnen raken. Dat raakt aan de vrijheid van vereniging en de vrijheid van godsdienst. Je durft bovendien niet meer kritisch te zijn op overheidsbeleid en denkt drie keer na voordat je in een bestuur van een islamitische organisatie gaat zitten. Dat is destructief voor het maatschappelijk middenveld, het kloppende hart van een democratische samenleving’, aldus Assamaual.

Snel aankaarten

En als je het Najat vraagt, is de situatie de afgelopen twintig jaar in Nederland zelfs verslechterd. Toen Najat jong was, was zij het enige Marokkaans-Nederlands meisje in de klas en dat werd ‘leuk en uniek’ gevonden. Bij haar puberzonen merkt ze een andere kijk. ‘Mijn kinderen zijn vierde generatie en worden nog steeds achtergesteld; in een hokje geduwd. De problematiek lijkt groter te worden. We worden achtergesteld, terwijl wij net als alle andere Nederlanders werken aan een mooi Nederland.’

‘Een verdrietige waarheid die we absoluut niet moeten onderschatten! Als we dit niet snel aankaarten en er ook iets aan doen, raken we zo een hele generatie kwijt’, benadrukt Mohamed. Assamaual herkent dit onder jongeren en studenten. ‘We willen niet dat onze kinderen hetzelfde hoeven mee te maken als wij’. Tegelijkertijd ziet hij dat er de afgelopen jaren een nieuwe generatie jonge Nederlandse moslims opgestaan die het heft in eigen handen neemt en een betere maatschappelijk positie wil. ‘We willen zelf aan tafel zitten in plaats van op het menu staan en bijdragen aan de oplossing. We zijn een generatie die zelfverzekerd, doortastend en vooruitstrevend is, zich niet buitenspel laat zetten en zich blijft inzetten voor een meer gelijkwaardige en inclusieve samenleving.’

‘Als we niet snel aan de bel trekken raken we zo een hele generatie kwijt.’

Mohamed Abdulahi

Misstanden voorkomen

Het organiseren van reflectiesessies is dus zeker een goede zaak, maar voldoen de sessies ook aan de verwachtingen? Waar de een de uitnodiging van het ministerie van SZW voor de reflectiesessies met wat terughoudendheid in ontvangst nam, hebben allen toch de uitnodiging geaccepteerd. Alle drie voelen ze ondanks de misstanden nog steeds een plicht om zich in te zetten voor een beter Nederland.

Assamaual: ‘In eerste instantie reageerden wij terughoudend. Soortgelijke sessies worden immers al jaren georganiseerd. Waarom we uiteindelijk toch zijn aangeschoven? Omdat we dit soort misstanden willen voorkomen in de toekomst. Daarbij is reflectie belangrijk, maar handelen essentieel. Er moeten gezamenlijk stappen worden gezet richting duurzame oplossingen.’

Assamaual Saidi

‘Nodig ons niet alleen uit als het regent, maar ook als de zon schijnt.’

Irritatie

Tijdens de reflectiesessies kwamen diepgewortelde problemen aan de orde, die emoties teweeg brachten onder de deelnemers. Al snel werd in de sessie met de jongeren duidelijk dat het probleem van moslimjongeren niet een gebrek aan kansen is, want hoogopgeleide moslims in betekenisvolle functies zijn er wel. Wat op tafel kwam, is dat het niet uitmaakt hoeveel je bereikt; je wordt nog steeds in een hokje geduwd. Iets wat bij Mohamed merkbaar veel boosheid teweegbrengt, want: ‘Als je als gemeenschap constant wordt geconfronteerd met wanbeleid; onderzoeken die naar je worden gedaan, je niet normaal kunt vliegen, en moeilijk een bankrekening kunt openen, dan gaat dat op een gegeven moment flink irriteren.’

Najat woonde een sessie bij waar ook een directeur-generaal van SZW aanwezig was. Iets wat zij erg waardeerde, want: ‘Dit gaf mij het gevoel dat de problematiek serieus wordt opgepakt, maar daarbij moet het niet blijven. Een bijeenkomst is niet genoeg om zorgen weg te nemen en problemen op te lossen. Wij moeten als volwaardige burgers gezien en behandeld gaan worden’ En oplossingen moeten er volgens haar snel komen, want ondanks dat Najat de sessie als ‘mooi en waardevol’ beschrijft, bevestigen de geuite pijn en problematiek tijdens de sessie ook dat ‘we de afgelopen jaren verder uit elkaar zijn gegroeid, in plaats van naar elkaar toe’, stelt zij. ‘Ik zie dat we nog veel moeten investeren in elkaar beter leren kennen. Het lijkt wel alsof iedereen in een eigen bubbel zit en van daaruit naar de samenleving kijkt. Kom eens uit die bubbel en durf je comfortzone te verlaten. Waarom ik betrokken wil blijven is omdat ik zie dat er echt wel een wil is’

‘Mijn kinderen zijn vierde generatie en worden nog steeds in een hokje geduwd.’

Vertrouwen in plaats van wantrouwen

Assamaual woonde twee reflectiesessies bij, waaronder de jongerensessie met de minister. ‘We hebben verschillende thema’s besproken. Centraal daarin stond dat de wantrouwende overheidsbril moet worden afgezet waarin moslims als risico of gevaar worden beschouwd. Moslims moeten worden benaderd vanuit vertrouwen in plaats van met wantrouwen.’

Assamaual onderstreept het belang om moslims ook daadwerkelijk te betrekken bij het maken en uitvoeren van beleid. Mohammed zag aan de andere kant van de tafel vooral welwillendheid om met een structurele samenwerking aan het herstel van vertrouwen te werken. ‘We hebben tijdens de reflectiesessie waarvoor ik was uitgenodigd gepleit voor meerdere sessies en die zijn er ook gekomen. We hopen dat dit het begin is van een traject.’

‘Maak inclusie van moslims en aanpak van moslimdiscriminatie en -haat topprioriteit.’

Hoop en zorgen

De reflectiesessies zijn een eerste bouwsteen naar vertrouwen, maar één steen is niet genoeg. Er klinkt wat onzekerheid over de vervolgstappen van de overheid op de sessie in de woorden van de drie geïnterviewden. Mohamed is bang dat de sessie niet meer teweeg zal brengen dan een adviesrapport. Najat uit zorgen over de inclusiviteit van de overheid. Ze vraagt zich af of er bij de overheid wel breed de intentie is om in gesprek te gaan met moslimgemeenschappen en of ze wel de juiste contacten weten te leggen. Assamaual benadrukt dat de moslimgemeenschap ‘niet alleen moet worden uitgenodigd als het regent, maar ook als de zon schijnt’. ‘En maak de inclusie van moslims en de aanpak van moslimdiscriminatie topprioriteit. Discriminatie en uitsluiting is een bedreiging voor de rechtsstaat en daarmee voor ons allemaal.’

Maar naast deze onzekerheid wordt er ook hoop uitgesproken. Hoop dat uit deze sessies een waardevolle samenwerking tussen moslimgemeenschappen en overheid tot stand komt. Hoop dat de inclusie van moslims en de aanpak van moslimdiscriminatie actief wordt aangepakt. Hoop in Mohammeds woorden ‘dat we hand in hand samen dingen kunnen oplossen’.