Het lijkt een dorp in een dorp: het AZC Gilze Prinsenbosch in Gilze en Rijen. Dat heeft met de omvang en de bosrijke omgeving te maken. Het uitgestrekte voormalige terrein van de Nederlandse luchtmacht omvat namelijk tientallen hectaren bos met 40 woon- en kantoorgebouwen. Het AZC bestaat sinds 1993 en heeft 1.200 bewoners. Burgemeester Derk Alssema ziet veel steun voor het AZC in zijn gemeente. Volgens buurtbewoner Guus van Roozendaal is het contact met het AZC goed. Over de verbouwplannen is hij minder te spreken: ‘Daar worden wij als burgers buiten gehouden’.

Onderdeel lokale samenleving

Alssema is sinds 2,5 jaar burgemeester van een gemeente waar een van de grootste opvanglocaties voor asielzoekers in de regio staat. ‘Ik zeg wel eens: eigenlijk hebben wij hier zes dorpen. Het AZC is al een dorp op zich en met de andere kernen Gilze, Rijen, Hulten, Molenschot en de vliegbasis van het leger, kom ik dus op zes.’ Naast dat het AZC een dorp is, is het ook een onderdeel van de lokale samenleving, benadrukt de burgemeester. ‘Ik ben ook blij dat we hier een belangrijke rol spelen in de opvang van asielzoekers in Nederland. En ik zal een geheim verklappen: ik ben destijds heel kritisch geweest in het zoeken naar een plaats waar ik burgemeester wilde zijn. Uiteindelijk heb ik alleen een brief geschreven naar deze gemeente en het AZC was een van de redenen om te solliciteren.’

‘Ik denk zeker dat de manier waarop het AZC nu is ingericht, helpt bij het draagvlak en de rust.’

Derk Alssema, burgemeester Gilze en Rijen

Zorgen delen

Alssema is elke maand twee keer op het AZC. ‘Onder meer om bij te praten met de locatieleiding over openbare veiligheid, het aantal mensen dat er woont en om eventuele zorgen te delen. En voor overleggen met het COA, de gemeente en vertegenwoordigers van de buurtschappen, winkeliers en wijkverenigingen in de omgeving. In dat overleg delen we eventuele signalen over overlast en zaken waarover we ons zorgen maken. Ook proberen we daarvoor samen oplossingen te bedenken.’

‘Bijzonder is dat we de laatste tijd vooral praten over de juiste vergunningen voor de verbouwingen die er nu zijn, onder meer van de school, en de aanwezige vleermuizen. Moet je het daarover hebben? Ja, en ik ben blij dat we dat doen en dat het niet gaat over overlastproblematiek. Dat is voor mij een teken dat het hier echt goed gaat. Want als de mensen uit de buurt niet met signalen van overlast komen, dan zijn die er niet. Veel heeft natuurlijk ook met beleving te maken. Een winkeldiefstal is een winkeldiefstal, daar is geen misverstand over. Maar als een groepje mensen van het AZC bij elkaar zit en kletst op een pleintje of in een speeltuintje, zien sommigen dat als ‘gezellig onderonsje’, terwijl anderen er angstig voor zijn en liever met een boog om hen heen lopen.’

‘Als ik volgende week de vraag zou neerleggen of een onderhandeling zou starten dat we het AZC met 300 bewoners gaan uitbreiden, schend ik die afspraken en het vertrouwen van de bewoners in die afspraken. Dat gebeurt dus ook niet.’

Draagvlak en rust

‘Ik denk zeker dat de manier waarop het AZC nu is ingericht, helpt bij het draagvlak en de rust’, vervolgt de burgervader. ‘Natuurlijk is er wel eens overlast. Maar het is niet zo dat die uit de hand loopt of zorgen veroorzaakt. Ik merk dat de media vaak van een gebeurtenis iets groters maakt dan dat die in werkelijkheid is. Een vechtpartij waar mensen tussenspringen om te sussen, noemt de media dan een ‘massale vechtpartij’. Of een incident in oktober met een mogelijk vuurwapen, waarbij geen vuurwapen is gevonden, heeft als kop wel ‘incident met vuurwapen’. Ook dat speelt negatief mee in de beeldvorming.’

‘Verder moeten we niet vergeten dat de mensen die in een AZC wonen vaak trauma’s hebben. Door die traumatische ervaringen kunnen ze wel eens uit de bocht vliegen als ze te horen krijgen dat een procedure langer duurt of anders verloopt dan ze verwachtten en hoopten. Daarnaast is het natuurlijk nooit geoorloofd om iemand iets fysieks aan te doen. Noch vanuit een AZC, noch vanuit de omgeving. Daar is wat mij betreft een absolute ‘no go-’, aldus de burgemeester. Overigens wil ik nog wel benadrukken dat ik trots ben op de AZC-medewerkers die onder de druk van de huidige politieke discussies in de maatschappij dit werk doen.’

Contact met de buurt

Er is in Gilze en Rijen veel contact met de buurt en de samenleving. Zo is er een project waarbij vrijwilligers samen met AZC-bewoners de handen uit de mouwen steken. ‘We matchen daarbij bewoners van het AZC aan de rest van de gemeente met dezelfde interesses en talenten. Er zijn AZC-bewoners die in wijkgebouwen hapjes rondbrengen en anderen die boekenkasten in elkaar timmeren voor tweedehands boeken in zorgcentra en ziekenhuizen. Andersom zijn er ook veel vrijwilligers die in het AZC werken, taalles geven of helpen bij de zwemlessen voor de kinderen. Ik heb geen scherp beeld hoe andere AZC’s dat doen, maar dit helpt zeker mee om draagvlak te creëren en eventuele overlast weg te nemen. Ik doe dan ook een aanbod aan andere gemeenten om bij ons langs te komen en te ervaren hoe het ook kan’, aldus Alssema.

Volgens Alssema is een van de pijlers onder het draagvlak dat er zowel met het COA, de gemeente als met de inwoners van de gemeente goede afspraken zijn gemaakt. ‘We hebben duidelijk afgesproken dat hier maximaal 1.200 bewoners zijn. Als ik volgende week de vraag zou neerleggen of een onderhandeling zou starten dat we het AZC met 300 bewoners gaan uitbreiden, schend ik die afspraken en het vertrouwen van de bewoners in die afspraken. Dat gebeurt dus ook niet.’

Guus van Roozendaal

‘We mogen er wel zijn al er een feestje is of als de school iets regelt, maar krijgen niets te horen over de verbouwing.’

Kritisch over verbouwing

Guus van Roozendaal van de overlegcommissie AZC volgt de gedane beloften van de gemeente op de voet. ‘De overlegcommissie komt vier keer per jaar bij elkaar, al was dat de afgelopen jaren door corona een stuk minder makkelijk te organiseren. ‘Daarnaast ben ik ook coördinator van De Groene Brigade van de Natuur- en Landschapsvereniging Gilze en Rijen. Wij houden gezamenlijk met het AZC een burendag, opschoondag en organiseren andere activiteiten. De contacten met de medewerkers van het AZC zijn dus goed. Bij meldingen van mogelijke overlast reageert het AZC altijd alert. Ook het overleg met de manager Veiligheid, Vergunningen en Handhaving van de gemeente is goed’, aldus Van Roozendaal.

Maar de contacten met het COA en vooral met de vorige portefeuillehouder en burgemeester werden volgens de gepensioneerde Van Roozendaal een stuk minder goed toen in 2014 renovatieplannen bekend werden. Die renovatie wordt nu vertraagd door de Natuurbeschermingswet. Van Roozendaal: ‘Ik woon hier bijna zeventig jaar en ken alle gebouwen op het terrein. Ik vind dat je moet zorgen voor een goede huisvesting van de mensen daar, maar wel binnen de wetgeving voor monument en natuur. Zo werd de overlegcommissie niet meegenomen in de verbouwingsplannen. Dit terwijl er wel allerlei beloften zijn gedaan over het monument en de natuur en de eventuele extra werkplekken door de uitbreiding van ondersteunende diensten en werkzaamheden voor het AZC. Die zijn goed voor de lokale economie. Wij hebben ons altijd welwillend opgesteld. Zo hebben wij het COA vanaf begin 2015 al signalen en handvatten gegeven om de vleermuizen in het gebied volgens de regels te verplaatsen. Dit om het renovatieproces niet te vertragen. We hadden een mooi rapport laten maken om te laten zien wat wij met de vleermuizen wilden om de bouw niet te vertragen. Daarmee was niets gedaan. De vorige portefeuillehouder noemde de vleermuizen zelfs ‘klotebeestjes’. Dat kan natuurlijk niet. Als je net als ik een participerende burger bent, moet je toch constateren dat het plaatselijk gezag ondermijnd is door een externe instantie. En dat die ondermijning gebeurt met medewerking van datzelfde plaatselijk gezag dat het welzijn van mensen en natuur en de daarvoor geldende wet- en regelgeving aan zijn laars lapt.’

‘Zou ik dan bij elke vergunningsafwijking van elke fase moeten reageren? We hebben daarvoor toch instanties? Dat is mijn dilemma.’

De huidige burgemeester stelt zich anders op, aldus Van Roozendaal. ‘En een handhaver zei eens: ‘Jij bent de luis in de pels en je benadert de zaak positief-kritisch. Dat is goed, want het kan niet zo zijn dat een instantie buiten de lijntjes van de wet- en regelgeving kleurt en de burger buiten het centrum houdt’.’

Van Roozendaal vindt overigens nog steeds dat de burgers heel weinig worden meegenomen in de verbouwing. ‘We mogen er wel zijn als er een feestje is of als de school iets regelt, maar krijgen niets te horen over de verbouwing. Zo had ik een vraag over bomen die door de verbouwingen toch geraakt zijn in de omgeving en mogelijk doodgaan. Daarvoor heb ik handhaving gebeld, maar dat werd in eerste instantie ontkend. Daarna heb ik een handhaver gebeld en hij ging erachteraan. Ik doe dus echt mijn best om de relatie goed te houden, maar soms word ik toch tegengehouden. Door de fasering van de renovatieplannen wordt elke fase apart vergund. Dit gaat ten koste van natuur en het Rijksmonument. Zou ik dan bij elke vergunningsafwijking van elke fase moeten reageren? We hebben daarvoor toch instanties? Dat is mijn dilemma.’

Open communicatie belangrijk

Volgens Van Roozendaal kunnen gemeenten veel van de situatie in Gilze leren. Zeker als het gaat om het nakomen van beloften en open communiceren. Van Roozendaal: ‘Blijf als gemeente open met de burgers communiceren en overval hen niet. Wij werden destijds in oktober 1993 ook overvallen met het feit dat er een asielzoekerscentrum kwam. Er kwam toen een bijeenkomst waar wij onze kant van het verhaal konden vertellen. De toenmalige locatiemanager van het AZC heeft destijds bepaalde beloftes gedaan en die zijn ook nagekomen. Wij hadden hier toen geen aardgas, geen riolering en geen straatverlichting en die zijn toen op onze vraag beloofd en gekomen. Zo kan het ook. Open blijven communiceren en niet overvallen.’