Integraal samenwerken is zo’n beetje het tovermiddel voor elke opgave. Wat kunt u morgen al doen om de samenwerking tussen het sociaal domein en het veiligheidsdomein te bevorderen? 5 kleine acties die het verschil maken.

1. Ga toch fietsen

Huub Egberink, adviseur veiligheid bij de gemeente Enschede:
‘Stap op de fiets. Ga naar buiten, de stad in. Niet zelf gaan bedenken of uit de stukken halen wat het probleem is, maar praat met professionals en met de burgers waarvoor je beleid maakt.’
Malika el Mouridi, adviseur maatschappelijke vraagstukken bij Inclusion4all: 
’Ik stap makkelijk op mijn elektrische fiets en spreek met allerlei mensen en organisaties in de stad, maar dat past niet bij elke ambtenaar. Duik op uw eigen manier toch de stad in om in verbinding te blijven. Hoor, voel en ervaar wat er gaande is. Want hoe langer u wacht, hoe groter de kloof wordt. Anders wacht ons straks een ongelofelijke inhaalslag.’
 

2. Deel vaker dilemma’s die u tegenkomt

Rabiaa Bouhalhoul, coördinerend adviseur bij de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS):
‘Ga niet meteen op zoek naar een oplossing, maar onderzoek eerst welke vraag u precies wilt beantwoorden. Vraagstukken zijn met elkaar verweven, opgaven zijn complex. Het is oké om het even niet te weten. Ambtenaren mogen best eens wat vaker de dilemma’s delen die ze tegenkomen in hun werk. De wereld verandert snel; dat vergt meebewegen en reflectie op het eigen handelen.’
 

3. Maak of doe iets samen

Saskia Tjepkema, organisatieadviseur:
‘Om elkaars invalshoeken te leren kennen, helpt het om samen iets te maken of te doen – in plaats van alleen te praten. Dus: bereid een ontmoeting voor met jongeren uit de wijk, ontwikkel een prototype voor een nieuwe werkwijze, zet een kleine proeftuin op, doe een onderzoekje of ga samen op werkbezoek.’
 

4. Nodig netwerkpartners ook uit voor trainingen

Majid Agarbi, jeugdwerker bij Lumens Dynamo Jeugdwerk:
‘De gemeente Eindhoven denkt out of the box. Als ambtenaren een training volgen over polarisatie, dan nodigen ze ook jeugdwerkers, politieagenten en handhavers uit. Door zulke trainingen leert u netwerkpartners in een andere setting kennen, waardoor de communicatie later soepel verloopt. De kloof wordt minder, waardoor mensen meer voor elkaar willen doen.’
 

5. Drink (virtueel) koffie met collega’s van andere afdelingen

Amy-Jane Gielen, onderzoeker en adviseur op het gebied van voorkomen van radicalisering:
‘Ik adviseerde een OOV-ambtenaar om de uitnodiging voor een focusgroep niet te mailen, maar even persoonlijk langs te gaan bij collega’s van het sociaal domein. Daardoor ontdekte hij dat een collega van een andere afdeling net een subsidietraject had uitgezet voor zaken die onder de preventie van radicalisering vallen, zonder dat ze het van elkaar wisten. Door corona is fysiek koffiedrinken met collega’s van andere afdelingen wat lastiger, maar probeer het mailtje eens te vervangen door videobellen. Het komt ook voor dat een OOV-ambtenaar geen voet tussen de deur krijgt bij scholen om het over radicalisering te hebben, terwijl de onderwijscollega de scholen wél bezoekt en dus makkelijk een paar vragen over radicalisering kan meenemen. Dit zijn open deuren, maar met integraal werken is nog zo veel winst te boeken.’